Kernmodel Onderwijsinformatie

Uit ROSA Wiki
Versie door Rdb (overleg | bijdragen) op 3 feb 2014 om 12:59
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Sjabloon:RAO Efficiënte samenwerking draait om 'interoperabiliteit': het vermogen van organisaties in de onderwijsketen om met elkaar te communiceren en te interacteren. We onderscheiden daarbij technische interoperabiliteit ("Hoe knopen we systemen aan elkaar?") en semantische interoperabiliteit ("Hoe zorgen we ervoor dat partijen elkaar inhoudelijk begrijpen?").

Semantische en technische interoperabiliteit - het KOI als ankerplaat

Op technisch vlak wordt aan het interoperabiliteitsvraagstuk invulling gegeven door Edukoppeling, een voorgestelde transactiestandaard voor berichtuitwisseling in de onderwijsketen. Het Kernmodel Onderwijsinformatie is gericht op semantische interoperabiliteit.

Het onderwijs kenmerkt zich door een opdeling van het onderwijsveld in verschillende autonome sectoren. Elk van deze sectoren gebruikt een eigen jargon. Ook veel processen kennen een eigen terminologie, soms sectorgebonden (denk aan digitaal aanmelden in het MBO), soms tussen sectoren (denk aan de uitwisseling van het onderwijskundig rapport van PO naar VO) en soms over sectoren heen (denk aan digitaal examineren). De oplossing die het Kernmodel Onderwijsinformatie (KOI) biedt is dan ook bewust niet vormgegeven als een afgedwongen standaardtaal die sector- en proceseigen terminologie moet vervangen. In plaats daarvan biedt het KOI een gemeenschappelijk beeld dat herkenbaar is voor alle partijen, een 'ankerplaat' die als een soort Esperanto kan dienen wanneer vanuit verschillende sectoren of verschillende processen wordt samengewerkt. Deze ankerplaat dient om onnodige variëteit in betekenissen te beperken (zie ook de afbeelding). In de afbeelding is ter illustratie een aantal voorbeeldprocessen opgenomen, maar er zijn uiteraard nog veel meer voorbeelden van dergelijke processen te noemen, zoals BRON PO, BRON VO + BVE, VSV (verzuim) en Studielink (aanmelden in het HO). De Methode KOI uit deze figuur is verder uitgewerkt in een separaat hoofdstuk.

Voorbeeld

De termen 'leerling', 'student' of 'deelnemer' zijn gangbaar in verschillende onderwijssectoren. Deze begrippen zijn contextgebonden. Binnen de context van verschillende onderwijssectoren betekenen ze hetzelfde: degene die onderwijs volgt. Door het generieke begrip 'onderwijsvolger' te relateren aan deze begrippen ontstaat er een gemeenschappelijk beeld, waardoor bijvoorbeeld voorzieningen uit de ene sector gerelateerd kunnen worden aan behoeften in een andere sector.

Binnen de afzonderlijke onderwijssectoren hoeft dus niet dezelfde taal gebruikt te worden. Het is het kernmodel onderwijsinformatie dat, ondanks de verschillen in terminologie, de verbinding tussen de sectoren ondersteunt en zo helpt sectoroverstijgende gegevensuitwisseling mogelijk te maken.

Het doel van het KOI is inzicht te geven in de belangrijkste objecten in het onderwijsdomein en hun samenhang. De toepassingsmogelijkheden van het KOI zijn daarmee ook breder dan de specificatie van gegevens en uitwisselformaten. Zo kan het KOI bijvoorbeeld ook gebruikt worden om, in het kader van Zeggenschap gegevensbronnen, te inventariseren welke gegevenssoorten vanuit welke bronnen beschikbaar (zouden moeten) zijn. Een model als het KOI is overigens per definitie niet 'af' - de werkelijkheid is continu aan verandering onderhevig, en nieuwe inzichten (zoals bijvoorbeeld rondom het concept 'instellingsidentiteit') kunnen in het KOI opgenomen worden. Ook een verdere verbreding van de scope van het kernmodel kan tot aanvullingen leiden.

De huidige versie van het Kernmodel Onderwijsinformatie (zie onderstaande figuur) is opgesteld op basis van streefbeelden en gegevenssets uit de verschillende SION-projecten, de (lopende) uitwerking van gegevensbronnen (zie Zeggenschap gegevensbronnen), tussenresultaten uit de werkgroep onderwijsidentiteit (IAA) en het registermodel van DUO. Het KOI bevat daarmee de belangrijkste concepten die het onderwijs kenmerken, bezien vanuit de administratieve ketenprocessen waar SION zich op richt. Het model is zoals gezegd niet statisch of 'af', maar de objecten zijn wel zo gekozen dat het model niet te gedetailleerd is, zich met name richt op hoofdlijnen en daarmee betrekkelijk stabiel is.