Eigenschap:Stelling nl
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
D
De digitale identiteit is niet alleen geschikt is voor het omgaan met attributen, maar ook bruikbaar is voor de betreffende persoon (denk bijvoorbeeld aan slechtzienden/slechthorenden, niet-Nederlands sprekenden, etc.). +
De digitale identiteit is niet alleen geschikt is voor het omgaan met attributen, maar ook bruikbaar is voor de betreffende persoon (denk bijvoorbeeld aan slechtzienden/slechthorenden, niet-Nederlands sprekenden, etc.). +
Ketenpartijen zorgen ervoor dat de juiste gegevens op het juiste moment op de juiste plaats beschikbaar +
Ketenpartners zorgen ervoor dat de juiste gegevens op het juiste moment op de juiste plaats beschikbaar +
De onderwijsdeelnemer wordt in staat gesteld reeds bekende gegevens (her) te gebruiken, en in sommige gevallen te bewerken, en te beslissen welke partijen al dan niet mogen inzien, gebruiken en bewerken +
De onderwijsinstelling wordt in staat gesteld haar eigen gegevens (her) te gebruiken, en in sommige gevallen te bewerken, en te beslissen welke partijen al dan niet mogen inzien, gebruiken en bewerken +
In het afsprakenstelsel interacteren natuurlijke personen (dienstafnemer) en rechtspersonen (dienstaanbieder) op basis van gelijkwaardigheid. Partijen betrokken bij een uitwisseling kunnen elkaars identiteiten verifiëren. +
Wanneer we digitaal gegevens uitwisselen, doen we dat volgens de afspraken uit de referentiearchitectuur. +
Hanteer een functionele en foundational identity passend bij de context waarvoor een identiteitsverklaring wordt geven. +
De verwerking van persoonsgegevens moet gebonden zijn aan een specifiek doel. +
Ketenpartijen maken duidelijk welke eisen en verwachtingen ze van elkaar hebben +
Ketenpartners maken duidelijk welke eisen en verwachtingen ze van elkaar hebben +
E
Een entiteit (individu, organisatie, systeem) heeft ten minste één digitale identiteit. +
Een persoon heeft tenminste één digitale identiteit nodig, maar kan desgewenst ook meerdere digitale identiteiten verkiezen te gebruiken. +
We streven ernaar dat gegevens binnen het onderwijsdomein steeds op één plaats worden geregistreerd en van daaruit op andere plaatsen worden hergebruikt. +
Daar waar mogelijk wordt een natuurlijk persoon de mogelijkheid geboden om zelf regie te voeren over de digitale identiteit. +
Zorg dat een individu eigen verklaringen kan leveren over attributen die worden opgenomen in zijn identiteitsverklaring. +
Gebruik waarden als input bij het ontwerp van digitale technologie. +
F
Hanteer een functionele en foundational identity passend bij het betrouwbaarheidsniveau dat wordt vereist om een passende identiteitsverklaring te geven. +
Bepaal functionele identiteit als afgeleide van foundational identity, voor een specifieke context (toepassing, doelgroep sector, ...) +